Vijfpas 0000.0011

 

        Literatuur

- Vogüé, Melchior de & Jean Neufville, Glossaire de termes techniques. Deel in de serie 'Introductions à la nuit des temps', nr 1. La Pierre‑qui-Vire (Zodiaque), 1965. [478 blz. ISBN -]. Hierin "Quintefeuille": blz. 368

- Viollet-le-Duc, M, Dictionnaire Raisonné de l'Architecture Française du XIe au XVIe Siècle, Tome huitième (QUA-SYN). Paris (A. Morel), 1866. [521 blz. ISBN -]. Hierin "Quatrefeulle": blz. 3-4 (hierbij wordt ook de "Quintefeuille" behandeld)

- Tolboom, H.J., Venstertraceringen in Nederland. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage' nr 18. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 's-Gravenhage (Sdu-Uitgeverij), 1998. [111 blz. ISBN 90.12.08605.1]. Hierin o.a.: blz. 75 ("Pas: slag van een passer. Een driepas bestaat uit drie slagen van een passer die elkaar kruisen binnen een cirkel of sferisch figuur. Daardoor ontstaat respectievelijk een soort klaverblad of een blad met drie spitse uiteinden (een drieblad). Hetzelfde principe geldt voor een vierpas, vijfpas, etc." - dit is de volledige tekst)